In januari 2024 voer Alma Mathijsen mee met de Ide Min, een vrachtzeilschip dat de concurrentie aan wil gaan met de immens vervuilende containerindustrie. Twaalf mensen staken samen de Atlantische Oceaan over. Een idyllische reis die drie weken zou beslaan, veranderde in een barre expeditie die bijna zeven weken duurde.
In dit logboek zien we de veranderde oceaan van dichtbij. De zee is koortsig, haar koraal verbleekt, de zuurgraad stijgt met ieder jaar. Over haar wateren drijven enorme containerschepen, zo groot als flatgebouwen. Terwijl de tweemastschoener moeite heeft om wind te vinden, raakt de voedselvoorraad op. Van de verse groente en het fruit is al amper iets over. Verstopt tussen de bagage van de crew ligt een bloedsinaasappel, precies even rond als de zon die aan de hemel knettert. Iedereen aan boord verlangt naar een sappige vrucht. Met evenveel mijlen water ten oosten als ten westen van het schip wordt ieders geduld op de proef gesteld. En daar gaan alle crewleden totaal anders mee om.
Mathijsen toont hoe een schip op zee verandert in een klein ecosysteem. Ook zij zelf wil uit pure wanhoop het liefste opgaan in haar omgeving, ze wenst te veranderen in een zeekomkommer.
Alma Mathijsen beslist om met een groep idealisten mee te varen met de 'Ide Min', een vrachtschip dat omgetoverd werd door de kapitein tot zeilschip. De bedoeling is om zo weinig mogelijk gebruik te maken van de motor en enkel te vertrouwen op de zeilen om de Atlantische Oceaan richting Zuid-Amerika te bereiken, om daar koffiebonen, cacao en rum op te halen.
Maar Alma merkt al heel snel dat wonen op een zeilschip geen al te prettige beleving is, vol angst en vooral af moeten wegen (letterlijk) hoeveel water verbruikt kan en mag worden. Want door deze ecologische manier van reizen te kiezen hangen zij net af van de weersomstandigheden maar net die zijn anders dan voorzien en anders dan ze ooit vroeger waren.
Hoewel de bemanning op een weidse oceaan vaart is het claustrofobische gevoel heel groot. En tijdens de reis wordt heel snel duidelijk wat de gevolgen zijn van de klimaatverandering. Dan rest ook de vraag, hoe idealistisch je ook bent, kan je wel helemaal onafhankelijk zijn van het klimaatbeleid of wordt je meegesleurd in de 'malhstrom'?
Zeilen hebben wind nodig en als die ontbreekt moet je zuinig zijn met wat je hebt en hopen dat de wind terug de kop opsteekt voor de voorraad op is. Water moet zuinig mee omgesprongen worden, de voorraad fruit en groenten slinkt al snel, tot enkel een bloedsinaasappel overblijft.
Dat deze reis niet is geworden wat men er oorspronkelijk van had verwacht blijkt ook uit de verveling, uit de kleine tekstjes die Alma op het schip schreef en uit de conversaties met de bemanning, die almaar norser wordt naarmate de reis zich 'verder'zet!
“Tranen van rouw zien eruit als een landkaart van een verwoest oorlogsgebied. Tranen van uien snijden zien eruit als planeten in een gigantisch sterrenstelsel. Tranen van afscheid zien eruit als een bos dat wordt overgenomen door landbouw.�
Dit boekje lezen was een rommelige reis tussen zout en zoet. Ik heb genoten, ik vergat dat ik gewoon op mijn bank zat� ik voel een intens verlangen naar de zee en een bloedsinaasappel. En ik zou willen dat we met boeken de aarde konden redden�
Het boek is dan ook best leesbaar, maar een beetje vrijblijvend. Waarmee ik wil zeggen dat het mij het literaire equivalent lijkt van wat ik mij voorstel bij een televisieprogramma als Over de oceaan. Nee, ik heb daar nog geen aflevering van gezien, maar ik las een interview met Steven Van Gucht die aan het programma heeft deelgenomen, en die beschreef op krak dezelfde manier de beleving van Mathijsen. Van het wachtsysteem over het gebrek aan privacy en een zeil dat valt tot de gevaren van een volle emmer water.
Aardig boek. Gaat over oversteek van de Atlantische Oceaan om levensmiddelen te halen in Zuid-Amerika. Met een boot, om aan te tonen dat het niet nodig is om dit per vliegtuig te doen. Maar, de reis voldoet niet aan de verwachtingen en dan komt de hoofdpersoon zichzelf tegen.