Å·±¦ÓéÀÖ

In het Nederlands: Filips de Schone, vervloekt en bemind.

In dit boek gaat het eigenlijk over 3 episodes: het einde van de Tempeliers, met de verbranding van o.a. Jacques de Molay, die op de brandstapel een vervloeking uitsprak over de paus, de Zegelbewaarder, en de Koning. Inderdaad stierven alle drie binnen het jaar.
Het volgende onderwerp is de overspeligheid van de schoondochters van de koning, ze worden aan de kaak gesteld en levenslang in een klooster opgesloten. Deze overspeligheid heeft grote gevolgen, want is de troonsopvolging nu niet bezoedeld?
En dan als laatste komen de Lombardische kooplui aan bod. Dit zijn allemaal rijke personen, die al veel geleend hebben aan hoge heren, en hen geholpen hebben met louche zaakjes. De kooplui blijven redelijk onafhankelijk en in plaats van hun handel enkel te drijven in Frankrijk, waar er een tekort is aan goederen en voedsel, en dus de prijzen voor alles extreem hoog worden, blijven ze ook uit- en invoeren uit het buitenland, wat er mede voor zorgt dat de goederen- en geldtekorten in Frankrijk niet opgelost raken. De Hoge Raad wil dus de Lombardische handelaars uit het land zetten, en alles confisqueren waar ze maar de hand aan kunnen slaan. Maar dat is buiten Spinello Tolomei gerekend. Dit is een sluwe handelaar, die een troef achter de hand heeft. De aartsbisschop heeft namelijk een schuldbewijs getekend voor kerkelijke goederen, in beslag genomen van de Tempeliers, die Tolomei voor hem in het buitenland zou verkopen, en daarvoor had Tolomei hem al (een voorschot) betaald. Dit document kan Tolomei nu gebruiken; de bisschop moet zijn broer, die lid is van de Hoge Raad, overtuigen om de verordering tegen de Lombardische kooplieden te vernietigen.

Deze verhalen zijn allemaal passend door elkaar verweven in het boek.

Het boek eindigt met de dood van Philips IV, na een beroerte.

Het was wel leuk en aangenaam om te lezen, maar misschien was het boek te ouderwets om er nog ten volle van te kunnen genieten.