Å·±¦ÓéÀÖ

Hond Quotes

Quotes tagged as "hond" Showing 1-6 of 6
Tommy Wieringa
“De tijd heeft zich sindsdien gedragen als een dolle hond.”
Tommy Wieringa, Dit is mijn moeder
tags: hond, tijd

Peter Terrin
“Wat me het meest aan bestsellers stoorde, was hun eindeloosheid. Hoe konden deze spannende boeken spannend worden genoemd? Honderden pagina’s aan het lijntje worden gehouden over wie het gedaan had, af en toe maar een hapje worden gevoerd op het eind van een hoofdstuk, als was je een hond op training. Ik vond het denigrerend. Zou een boek waarin je niet de dader maar de misdaad moest voorspellen niet veel interessanter zijn?”
Peter Terrin, De gebeurtenis

Jan Wolkers
“Hij keek even naar de drol. Het uiteinde glansde van een slijmerige bloederige afscheiding. In het stuk krant hield hij hem als een sigaar tussen zijn vingers, bracht hem halverwege naar zijn mond en keek mismoedig met treurige hondeogen naar een denkbeeldige voorbijganger.
'Hebt u een vuurtje voor me,' vroeg hij somber.”
Jan Wolkers, De perzik van onsterfelijkheid

Jan Wolkers
“Wat vervoer je daar nou?'
'Mijn schaduw,' zei hij.
Zijn buurman keek hem even met samengeknepen ogen aan, toen keek hij naar de hond die als een onbestemde grijze hoop waar geen oren of ogen aan te ontdekken waren de mand bijna vulde en zei alsof hij het over een voorwerp had,
'Dat geval daar heeft geen deel van leven. Het is niet veel meer.'
'Jij bent ook niet veel meer.'
'Ik ben niet veel meer,' zei zijn buurman zalvend met valse gelatenheid. 'En jij bent ook niet veel meer. We zijn geen van beiden zo erg veel meer.'
'Zo is het,' zei hij. 'We hebben elkaar weer aardig opgevrolijkt.”
Jan Wolkers, De perzik van onsterfelijkheid

Jan Wolkers
“Dat is het grootste van dieren, dat ze niet kunnen grienen. Als je huilt heb je een slecht geweten, dan ben je in gebreke gebleven. Een dier stelt nooit teleur. Een dier valt niks te verwijten. Je kan je alleen een klootzak voelen dat je zo'n sentimentele etter bent geweest.”
Jan Wolkers, De perzik van onsterfelijkheid

Elias Canetti
“Hij las alles, van a tot z. De inkt was verbleekt. Met moeite onderscheidde hij de vage lijnen der letters. De blinde die hij had gezien op straat, kwam hem in gedachten. En hijzelf speelde met zijn ogen alsof ze tot in eeuwigheid geopend zouden blijven! In plaats van hun werktijd te beperken, breidde hij die lichtzinnigheid van maand tot maand uit. Ieder papier dat hij weglegde, kostte zijn ogen een hoeveelheid kijkkracht. Honden leven maar kort en honden lezen niet, daardoor zijn ze in staat blinden met hun ogen te helpen. Iemand die het licht van zijn ogen verspilt, is een waardige metgezel van het dier dat hem leidt.”
Elias Canetti, Het martyrium