Å·±¦ÓéÀÖ

Huwelijk Quotes

Quotes tagged as "huwelijk" Showing 1-9 of 9
Erasmus
“Maar ik hoor best hoe je nu stilletjes tegenwerpt dat het huwelijk een zegen is zolang alles goed uitpakt, maar hoe zit het als je een kreng van een vrouw krijgt? Of een slet? Of als je kinderen god noch gebod erkennen? Er zullen gevallen bij je opkomen van mensen die kapotgingen aan hun huwelijk. Sleep er zoveel bij als je wilt, maar het gaat toch altijd om zwakheden van mensen, niet van het huwelijk. Heus, alleen slechte echtgenoten krijgen een slechte vrouw. Bovendien heb je de keuze van een goede zelf in de hand. En als ze dan slecht wordt? Een goede vrouw kan door een slechte echtgenoot slecht gemaakt worden, maar een slechte wordt door een goede echtgenoot altijd beter gemaakt. Het is niet terecht dat de vrouw de schuld krijgt: ik verzeker je, iedereen met een vrouw die niet deugt heeft dat altijd aan zichzelf te wijten.”
Erasmus, Lof en blaam: bevat: Lof van het huwelijk . Lof van de geneeskunst . Lof der Zotheid . Julius buiten de hemelpoort

Thomas Mann
“Een jaar en twee maanden later, op een nevelige januarimorgen met sneeuw in de lucht van het jaar 1850, zaten de heer en mevrouw Grünlich met hun kleine, driejarige dochtertje in de met lichtbruin hout betimmerde eetkamer op stoelen, die 25 mark per stuk hadden gekost, aan het ontbijt.”
Thomas Mann, Buddenbrooks: Verfall einer Familie

“De voornaamste oorzaken van echtscheidingen
zijn huwelijken.”
A.J. Beirens

Willem Elsschot
“Voor de zoveelste maal kom ik thuis van de reis en weer staat mijn stoel gereed, tafel en bed gedekt, pantoffels bij 't vuur, alsof ik iedere dag verwacht werd. Mijn kinderen hebben heel gewoon 'Pa' gezegd en mijn vrouw heeft gevraagd wat ik verkoos, lever of haring. Ik heb niet geantwoord omdat ik de moed niet had mijn eigen stem aan te horen, heb de hand uitgestoken naar wat het dichtstbij stond en zwijgend mijn maag gevuld. Hun gerustheid, hun zekerheid dat ik ook ditmaal terugkeren zou heeft mij beschaamd en diep gegriefd. Maar was ik aan 't bulderen gegaan dan had er niets op overgeschoten dan met weerzin weer op te staan. En het trekken lokt mij niet meer.
Ben ik vermoeid of kan ik het licht van gindse land niet meer verdragen? Ik voel in ieder geval dat van een volgende tocht niets meer terechtkomt. En zo is het goed ook, want mij rest nog maar net de tijd om eindelijk met vrouw en kinderen wat mee te leven, mij te koesteren aan de warmte van de haard en te werken voor onze oude dag die voor de deur staat. Zolang ik ginder dwaalde heb ik mijn kinderen niet opgevoed maar met hen gespeeld, voor mijn vrouw niet gezorgd maar van haar genoten.
Die meimaandjes zijjn nu voorbij. Hier bij' t vuur, in onze kooklucht, komt het eropaan mijn plicht te doen als een doodgewoon mannetje dat ik tenslotte ben. Want hun ogen zijn op mij gericht. Doet mijn vrouw haar plicht niet als zij wast en plast, als zij op griezelige regendagen op de vismarkt loopt te dwalen zonder acht te slaan op haar aderspatten noch op haar slechte stoelgang? Doen niet die kinderen eveneens hun plicht wanneer zij achter schoolmuren hun zonnigste dagen slijten?”
Willem Elsschot, Tsjip - De Leeuwentemmer

Marie-Louise Klomp
“Waarom speelt de natuur zo'n bizar spelletje met hem?”
Marie-Louise Klomp, Omdat de natuur anders besliste

Jannie Regnerus
“Andere verhalen gaan over een man, een vrouw en hun bed waarin steeds meer dekens nodig zijn om warm te blijven.”
Jannie Regnerus, Het wolkenpaviljoen

Jan Wolkers
“Goethiaans overspel fonkelt hoger dan Bilderdijkse huwelijkstrouw.”
Jan Wolkers, Terug naar Oegstgeest

Marijke Schermer
“Ik vroeg me af of een breuk eenvoudiger was voor degene die verliet, als je ging in plaats van dat je werd achtergelaten.”
Marijke Schermer, In het oog

Marijke Schermer
“Elk huwelijk is een groot geheim voor iedereen die erbuiten staat, en soms ook voor wie er middenin zit.”
Marijke Schermer, In het oog