De perzik van onsterfelijkheid Quotes

285 ratings, 3.44 average rating, 13 reviews
De perzik van onsterfelijkheid Quotes
Showing 1-8 of 8
“Leven moet geleefd worden. Je moet er ernst van maken anders ben je een plas die verdampt.”
― De perzik van onsterfelijkheid
― De perzik van onsterfelijkheid
“Dat is het grootste van dieren, dat ze niet kunnen grienen. Als je huilt heb je een slecht geweten, dan ben je in gebreke gebleven. Een dier stelt nooit teleur. Een dier valt niks te verwijten. Je kan je alleen een klootzak voelen dat je zo'n sentimentele etter bent geweest.”
― De perzik van onsterfelijkheid
― De perzik van onsterfelijkheid
“Niet bang zijn voor de natuur. Dat is ook maar een natuurverschijnsel.”
― De perzik van onsterfelijkheid
― De perzik van onsterfelijkheid
“Het is een mooie kringloop, je moet er alleen niet een zin in willen ontdekken. Dat is misschien de enige les die er te leren valt. Gewoon als een blad naar de aarde kunnen tuimelen zonder dat je vindt dat je moet denken dat je vleugeltjes krijgt en weer omhoogvliegt het heelal in. De perzik van onsterfelijkheid is een aardig verzinsel, maar die vrucht heeft beslist geen pit. Het is maar een ezelsbruggetje naar de dood.”
― De perzik van onsterfelijkheid
― De perzik van onsterfelijkheid
“Wat vervoer je daar nou?'
'Mijn schaduw,' zei hij.
Zijn buurman keek hem even met samengeknepen ogen aan, toen keek hij naar de hond die als een onbestemde grijze hoop waar geen oren of ogen aan te ontdekken waren de mand bijna vulde en zei alsof hij het over een voorwerp had,
'Dat geval daar heeft geen deel van leven. Het is niet veel meer.'
'Jij bent ook niet veel meer.'
'Ik ben niet veel meer,' zei zijn buurman zalvend met valse gelatenheid. 'En jij bent ook niet veel meer. We zijn geen van beiden zo erg veel meer.'
'Zo is het,' zei hij. 'We hebben elkaar weer aardig opgevrolijkt.”
― De perzik van onsterfelijkheid
'Mijn schaduw,' zei hij.
Zijn buurman keek hem even met samengeknepen ogen aan, toen keek hij naar de hond die als een onbestemde grijze hoop waar geen oren of ogen aan te ontdekken waren de mand bijna vulde en zei alsof hij het over een voorwerp had,
'Dat geval daar heeft geen deel van leven. Het is niet veel meer.'
'Jij bent ook niet veel meer.'
'Ik ben niet veel meer,' zei zijn buurman zalvend met valse gelatenheid. 'En jij bent ook niet veel meer. We zijn geen van beiden zo erg veel meer.'
'Zo is het,' zei hij. 'We hebben elkaar weer aardig opgevrolijkt.”
― De perzik van onsterfelijkheid
“Hebt u nog ouwe spulletjes? Alleen mezelf.”
― De perzik van onsterfelijkheid
― De perzik van onsterfelijkheid
“Vriendelijk en dynamisch,' zei hij terwijl hij naar de tafel liep en een stoel voor haar klaarzette.
'Bent u dat,'vroeg ze met een glimlach en ging zitten terwijl ze haar schort strak trok over haar billen.
'Wel geweest,' zei hij spottend. 'Op het uitsloverige af. Als ik daaraan denk heb ik reuze spijt. Wat ben ik lief en goed geweest voor de mensen. Wat een naïef geloof heb je als je jong bent. In iedereen, in de hele mensheid. Maar er verzuurt veel in de loop der jaren. De meeste mensen blijken gewoon zelfzuchtige rotzakken te zijn die het goorste ochtendblad lezen en naar de walgelijkste televisieprogramma's kijken. Ze hebben een pisbiertje binnen handbereik en een karrevracht nepzoutjes en het lijkt allemaal vrij vredig, maar ze zijn net zo gemakkelijk op te stangen als Hitler indertijd heeft gedaan met het duitse volk. Illusies hoef je je niet te maken. Er is niet de minste hoop. Het ergste is dat je bij de grote klap met al dat tuig samensmelt. Dat er geen olifantenkerkhof is waar je je waardig neer kan vlijen.”
― De perzik van onsterfelijkheid
'Bent u dat,'vroeg ze met een glimlach en ging zitten terwijl ze haar schort strak trok over haar billen.
'Wel geweest,' zei hij spottend. 'Op het uitsloverige af. Als ik daaraan denk heb ik reuze spijt. Wat ben ik lief en goed geweest voor de mensen. Wat een naïef geloof heb je als je jong bent. In iedereen, in de hele mensheid. Maar er verzuurt veel in de loop der jaren. De meeste mensen blijken gewoon zelfzuchtige rotzakken te zijn die het goorste ochtendblad lezen en naar de walgelijkste televisieprogramma's kijken. Ze hebben een pisbiertje binnen handbereik en een karrevracht nepzoutjes en het lijkt allemaal vrij vredig, maar ze zijn net zo gemakkelijk op te stangen als Hitler indertijd heeft gedaan met het duitse volk. Illusies hoef je je niet te maken. Er is niet de minste hoop. Het ergste is dat je bij de grote klap met al dat tuig samensmelt. Dat er geen olifantenkerkhof is waar je je waardig neer kan vlijen.”
― De perzik van onsterfelijkheid
“Hij keek even naar de drol. Het uiteinde glansde van een slijmerige bloederige afscheiding. In het stuk krant hield hij hem als een sigaar tussen zijn vingers, bracht hem halverwege naar zijn mond en keek mismoedig met treurige hondeogen naar een denkbeeldige voorbijganger.
'Hebt u een vuurtje voor me,' vroeg hij somber.”
― De perzik van onsterfelijkheid
'Hebt u een vuurtje voor me,' vroeg hij somber.”
― De perzik van onsterfelijkheid