Å·±¦ÓéÀÖ

Cultuur Quotes

Quotes tagged as "cultuur" Showing 1-10 of 10
Jean-Marie Dedecker
“Wij geven onze eigen cultuur op uit angst voor de lange tenen van vreemde culturen die hier binnen komen.”
Jean-Marie Dedecker

Jared Diamond
“Het is niet verrassend dat de inheemse bevolking van Hawaii en de Maori's niet staan de juichen als paleontologen hun vertellen dat hun voorouders de helft van all e vogelsoorten die op Hawaii en Nieuw-Zeeland waren geëvolueerd hebben uitgeroeid, en evenmin vinden de Indianen het leuk als archeologen hun vertellen dat de Anasazi delen van de zuidwestelijke Verenigde Staten hebben ontbost. De veronderstelde ontdekkingen van paleontologen en archeologen klinken voor sommige toehoorders als het zoveelste racistische voorwendsel dat blanken naar voor brengen om inheemse volkeren van hun grond te verjagen. Het lijkt alsof wetenschappers zeggen:'Jullie voorouders waren slechte rentmeesters van hun land, dus ze verdienden het om te worden verdreven.' Sommige blanke Amerikanen en Australiërs die verontwaardigd zijn over de betalingen door de overheid en het teruggeven van land an de Indianen en aboriginals, grijpen inderdaad naar zulke ontdekkingen om dat argument naar voor te brengen.”
Jared Diamond

“Cultuur is als een bloemkool.”
Kate Steurs

“Er zal waarschijnlijk nooit een afdoende remedie tegen narcisme zijn; het is een onderdeel van de menselijke conditie. Het zal zich afhankelijk van de culture en economische realiteit van een samenleving meer of minder uiten. Het is zinvol om factoren die de weg effenen voor een meer narcistisch gerichte cultuur, zoals angst , ongelijkheid en onzekerheid, te verminderen en kwaliteiten zoals empathie en samenwerking te doen groeien.”
Mjon van Oers, Voorbij het narcisme

Petra Hermans
“De gele vaatdoek van Rembrandt, te Amsterdam, hoort op het aanrecht te liggen.”
Petra Hermans

Fernand Braudel
“Binnen een economische wereld konden de culturele en economische kaart er daarentegen heel anders uitzien, soms zelfs precies tegenovergesteld zijn, zoals de respectievelijke zwaartepunten van economische en culturele zones duidelijk laten zien. In de dertiende, veertiende, en vijftiende eeuw was het niet Venetië of Genua, de twee koninginnen van de handel, maar Florence dat in de Westeuropese beschaving de toon aangaf: hier ontstond de renaissance en hiervandaan zou de culturele stroming zich verspreiden; daarnaast drong Florence zijn dialect - het Toscaans - op aan de literatuur. Het levendige Venetiaanse dialect dat op dit vlak een geduchte rivaal had kunnen zijn, ondernam hiertoe geen enkele poging. Zou dat komen omdat een op economisch vlak triomferende stad of een al te overheersende staat niet alles tegelijk kon hebben? In de zeventiende eeuw vierde Amsterdam zijn hoogtijdagen als handelsstad, maar de barok die Europa veroverde kwam ditmaal uit Rome, of eventueel uit Madrid. Evenmin zou Londen in de achttiende eeuw de culturele scepter in handen krijgen. Toen Abbé Le Blanc tijdens zijn verblijf in Engeland van 1733 tot 1740 over Christopher Wren kwam te spreken, de architect van de Saint-Paul's Cathedral, merkte hij op dat 'op de verhoudingen na die hij [bovendien] niet goed in acht heeft genomen, [hij] niet meer heeft gedaan dan het ontwerp van de Sint-Pieter van Rome tot twee derde van zijn oorspronkelijke grootte terugbrengen'. Vervolgens uitte hij zich in weinig lovende bewoordingen over de Engelse landhuizen die 'nog in Italiaanse stijl [gebouwd zijn], maar niet altijd met evenveel succes'. In dezelfde achttiende eeuw werd Engeland niet meer zozeer door door de Italiaanse cultuur beïnvloed als wel door de ideeën uit Frankrijk, dat in die tijd een culturele uitstraling op Europa had en de toon aangaf op het gebied van het geestesleven, de kunst en de mode, ongetwijfeld ter compensatie voor het gebrek aan politiek en economisch overwicht. 'De Engelsen houden zo van onze onze taal dat ze er zelfs genoegen in scheppen om Cicero in het Frans te lezen,' aldus dezelfde abbé Le Blanc.
En moe van het almaar moeten aanhoren hoeveel Franse bedienden er in Londen werkten, antwoordde hij: 'Het feit dat er in Londen zoveel Fransen zijn om jullie te bedienen, komt omdat jullie mensen de manie hebben net zo gekleed, gekapt en gepoederd te willen worden als wij. Ze hebben zich in hun hoofd gehaald dat ze onze mode willen volgen en betalen veel geld aan mensen die hun leren hoe ze zich moeten tooien met onze absurditeiten.' En zo gaf Londen, dat het centrum van de wereld was en zelfs een schitterende cultuur had, steeds meer toe aan de Franse invloeden. Dit werd trouwens niet altijd toegejuicht, want we weten omstreeks 1770 van het bestaan van een genootschap van Antigallicans, 'dat als eerste streven had om geen enkel kledingstuk van Franse makelei te dragen'. Maar wat een genootschap uitrichten tegen zoiets ongrijpbaars als mode? Hoewel Engeland door zijn economische vooruitgang steeds belangrijker werd, deed het geen poging om het geestelijke gezag van Parijs de ondermijnen, en heel Europa tot aan Moskou toe streefde ernaar om de Franse taal tot de taal van de aristocratie en tot voertuig van het Europese denken te verheffen. Evenzo vormde Frankrijk aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw overduidelijk het middelpunt van de Westeuropese literatuur en schilderkunst, terwijl het op economisch gebied ver op de rest van Europa achterliep; in de tijd dat Italië en Duitsland op muzikaal vlak de toon aangaven, waren ze geen van beide economische machthebbers; en ook vandaag de dag mogen de Verenigde Staten wel een enorme economische voorsprong hebben opgebouwd, maar daarmee hebben ze nog niet de literaire of artistieke leiding over de wereld.”
Fernand Braudel, Civilization and Capitalism 15th-18th Century, Vol 2: The Wheels of Commerce

Ilja Leonard Pfeijffer
“Vraag de bevolking van Parijs of het een goed idee zou zijn om de Eiffeltoren te bouwen, gesteld dat die niet al gebouwd was, en ze zou massaal tegenstemmen. Te duur, nutteloos, een prestigeobject van de politieke elite. Dat geld zou veel beter besteed kunnen worden aan scholen, ziekenhuizen en belastingverlaging. Vooral aan belastingverlaging. Het volk is per definitie conservatief. Het wil alles bij het oude laten en vooral geen gekkigheid, want zoals het is, is het al erg genoeg. Het is niet voor niets dat het over het algemeen dictators zijn die de meest ambitieuze nieuwbouw verwezenlijken, terwijl onze moderne democratieën niets anders zullen nalaten aan het verwonderde nageslacht dan de notulen en verslagen van eindeloze inspraakprocedures.”
Ilja Leonard Pfeijffer, Brieven uit Genua

Boudewijn Büch
“Ze halen alles omlaag, en zo blijft er van het land helemaal niks over,â€� klaagde hij.
“Wat halen ze omlaag, Vati? Alles is in de oorlog toch al stuk gebombardeerd?� probeerde ik te troosten.
“Ach jongen, dat begrijp je toch niet. Laat ik het zo zeggen: er is wel wat overgebleven, maar dat breken die communisten ook nog af. Die willen een nieuwe maatschappij, met allemaal nieuwe gebouwen. En zelfs nieuwe mensen.�
“Nieuwe mensen?�
“Zie je wel: ik zei toch dat je het niet begrijpen zou! â€� Het komt nooit meer goed.”
Boudewijn Büch, Het geheim van Eberwein

Marcello Fois
“Italië is nog een te jonge natie: er moet eerst wat tijd overheen gaan voordat we in staat zullen zijn om dezelfde taal te spreken. En dan bedoel ik niet de taal op zich, ik heb het over de cultuur die, in goede of slechte zin, onze gezamenlijke erfenis is. We liepen toch zeker niet met ringen door onze neus toen dat Italië werd opgericht!? Ik zeg dit: ze moeten ons de tijd gunnen om vast te stellen hoe we in deze natie willen staan. Ik denk dat we betere Italianen zouden zijn als ze ons als Sarden zouden laten toetreden tot deze natie.â€�
‘Ja, maar we kunnen toch niet verlangen dat er speciale wetten of regels worden gemaakt, alleen om dat wij er nog niet klaar voor zijn…�
‘Daar ben ik het niet mee eens! Hebben ze niet meer dan genoeg speciale wetten gemaakt? Nou en of ze die gemaakt hebben! Allemaal speciaal voor ons! En allemaal om ons te straffen! Die speciale wetten hebben we afgelopen mei toch in actie gezien? Massa-arrestaties. Hoeveel arrestanten waren het? Vierhonderd? Willekeurige vervolgingen; kinderen en zelfs zwangere vrouwen die van hun bed werden gelicht en voor de kerk bijeen werden gedreven! Allemaal misdadigers, allemaal schuldig! Tjonge, dat waren nog eens speciale wetten! Daar weet jij toch zeker alles van!?”
Marcello Fois

Milan Kundera
“In een welvarende maatschappij hoeven mensen niet met de handen te werken en kunnen zich wijden aan geestelijke activiteiten en hoe langer hoe meer studenten. Om te kunnen afstuderen moeten de studenten onderwerpen voor hun proefschrift bedenken. De onderwerpen zijn ontelbaar, want je kun in deze wereld over alles een verhandeling schrijven. De volgeschreven vellen papier stapelen zich op in archieven die troostelozer zijn dan kerkhoven omdat niemand ze betreedt, zelfs niet op Allerzielen. De cultuur verdwijnt in de geproduceerde hoeveelheid, onder een lawine van letters, in de waanzin van kwantiteit. Daarom vind ik dat één verboden boek in jouw voormalig vaderland oneindig meer betekent dan miljarden woorden die onze universiteiten spuien.”
Milan Kundera, The Unbearable Lightness of Being